De Stichting Sierk Schröder is de auteursrechthebbende op alle kunstwerken van Sierk Schröder

Home | Dagboek en Brieven Sierk Schröder

Dagboek en brieven

Verslag van een reis naar Teheran in 1963

Brief 2 van een serie van tien brieven

Vervolg van brief 1

Brief 2

Teheran, Vrijdag 4 okt. 1963

Lieve Miek,

Even verder vertellen. Heerlijk geslapen, de kamer is air-conditioned, dus met nog een raam open is het ideaal. Ontbeten met Braam Hoekgeest, daarna alle heren die in het hotel wonen, o.a. Bisschoff, gesproken voor ze weer in hun uniformen en dikke zwarte pakken vertrokken. De ambassade opgebeld, en per taxi erheen. Grote consternatie ... het is vrijdag vandaag en dus een Zondag voor hier en er was niemand te bereiken op het paleis. Men zou me nog bellen om 1 uur. Ik weer terug en naar het Archeologisch Museum, dat ‘s morgens open was. Erg mooi, veel voorwerpen herkende ik van de tentoonstelling in den Haag. Begin er iets meer van te begrijpen. Afschuwelijk, die “verwesterde” wansmaak buiten het museum.
Om 1 uur bericht per telefoon, dat ik morgen, dus Zaterdagochtend om ½ 8 gehaald zal worden door een Mijnheer Dolleman v.d. Ned. Ambass. om mijn spullen naar het paleis te brengen. Zinnicq -Bergman belde me ook nog op om te zeggen, dat hij een gesprek had gehad met de Heer Faz Lollah Habil, de part. secr. van “Her Imperial Majesty Farah Pahlavi”. Alle hulp werd mij toegezegd, dus het komt nu een beetje op gang.
Na de lunch (omelette jambon) in een saaie eetzaal, ben ik een stuk gaan lopen. (O ja, het zit hier stikvol journalisten, maar tot nu toe schijnt niemand het te weten. Wat een proleten zijn Holl. journalisten, ze gedragen zich erger dan Amerikanen! De ergste is een vettige jongeman met een zwaar A’dams accent en die speciale onbeschaafde A’damse air. Ik dacht: “Die is van de Telegraaf”, en dat was zo. Ik hoor natuurlijk hun gesprekken, want tot nu toe let niemand op me.)
Het was een Zondagstemming. Alle winkels en bazars waren dicht. Er heerst, zodra je een voet buiten de dure wijken zet, een schrijnende armoede. Nog veel erger dan in Lissabon. Het zijn net zigeuners, ze kamperen in lemen hutten buiten de stad.
Op een gegeven ogenblik kon ik niet meer verder. Ik belandde bij grote terrains vagues en ik nam een
taxi terug. Maar ik had geen rust in het hotel. Er is een swimmingpool, maar ik had al zoveel geluierd en in de zon gelegen ... ik had er geen zin in.
Nu zag ik op de kaart, dat er vlak bij Teheran, in het stadje Rez een bezienswaardigheid was. In het hotel had nog nooit iemand daarvan gehoord. Ik nam weer een taxi, die zijn ongelofelijk goedkoop, en ging er heen. Ik trof een chauffeur, die goed Engels sprak en die me de hele stad liet zien, waar eigenlijks niets aan is, en die me daarna door een afgrijselijke wijk van eindeloze steenfabrieken en de meest mensonterende krotwoningen naar Rez bracht. Wat ik daar zag, was enig. Rez is een pelgrimsoord, met oude moskeeën. Er waren alleen fantastische moslims en de chauffeur raadde me aan niet te gaan kijken op deze vrijdag. Van heinde en ver kwamen mannen, vrouwen en kinderen in auto’s en in krankzinnige aapjes (oude opgeverfde koetsjes met magere paarden ervoor) aanstromen. Ik ben verrukt van die mensen, hoe is het mogelijk dat zulke arme mensen zó mooi kunnen groeien. Vlak daarbij was een bron van echt mineraalwater. Die vormde een klein meertje aan de voet van de ruïnes van een oud vorstenverblijf. In de rots was een prachtige in steengehouwen voorstelling. Ik denk uit de tijd van Darius, een bas-relief in de meest schitterende stijl.
Op de rotsen er omheen lag het vol tapijten, die te drogen lagen in de zon. Die tapijten worden in de stad opgehaald door bepaalde firma’s, daarheen gebracht en in het water van die bron gewassen en weer schoon geboend. Je hebt nooit zoiets kleurigs gezien, maar alles was onbeschrijfelijk vies, overal hopen, net als in Toledo. We reden terug door de Jodenwijk, armer en viezer dan iets wat wij ooit zagen. De chauffeur reed nog om, om mij speciaal de “Hangman’s Square” te laten zien. 3 maanden geleden is daar nog iemand opgehangen, waarbij de hele stad uitloopt. Ik denk niet, dat de Sjah dit alles aan onze goede Juliana heeft laten zien. Toch komt een revolutie niet van de kant van het volk, dat voor het merendeel uit ongeletterden bestaat. Ik denk zoiets als de boeren uit het oude Rusland, maar als er iets is, komt het van de conservatieve kant! B.v. tegen het vrouwen-kiesrecht etc., en tegen de hervormingen.
Het was met dat al machtig interessant. Ik denk, dat als ik Isfahan en Persepolis wil zien, ik dat op eigen gelegenheid moet doen. Je kunt alleen naar Isfahan vliegen, want er loopt geen trein. Het is 420 km en nog eens 500 km naar Shiraz. Een retour naar Shiraz kost 4500 Rials (fl. 220,-) en reken nog een fl 180,- voor verblijfskosten, waar ik wel iets van kan terug krijgen, denk ik. Dan zou het fl. 400,- zijn. Vermoedelijk vertrek ik de 14de met een van de Friendships. Ik hoop, dat het te doen is.
Dat relief was prachtig in zijn natuurlijke staat. Veel echter, bereikbaarder en ook primitiever. Het onderstreept mijn stelling van echt en onecht primivitisme. Dag, dag, liefs en tot morgen...

Verder naar brief 3