De Stichting Sierk Schröder is de auteursrechthebbende op alle kunstwerken van Sierk Schröder

Home | Dagboek en Brieven Sierk Schröder

Dagboek en brieven

Verslag van een reis naar Teheran in 1963

Brief 6 van een serie van tien brieven

Vervolg van brief 5

Brief 6

Teheran, Woensdag ½ 10 9 oktober 1963

Lieve Miekel,

Het portretje is werkelijk een groot succes. Het is ook echt een schattig kinderportret, maar nu is er weer iets vreselijks, het wil niet drogen. Ik heb mijn gewone olie en gewone verf, maar het is nu al 3 dagen en het blijft kletsnat. Het is net of de olie eruit zweet, in plaats van met de verf te drogen. Ik ben steeds bezig met dun vloeipapier, heel eng. En nu moet het nog in een donkere kast voor de dagen dat ik wegga en wat moet ik beginnen, als het Zondag nog nat is?
Wat een spanningen, teveel om te verwerken. Gisterenavond kwam iedereen weer terug van een grote reis (ik was twee dagen alleen hier), doodmoe natuurlijk. Bericht dat de Koningin naar bed was en helemaal op is. Generaal Schaper bracht uitkomst en zou mij de volgende dag (dus nu vanmorgen) meenemen naar het Golestan-paleis, waar de Koningin logeert. We kwamen er om ½ 9 aan en hoorden dat de Koningin in een vreselijke stemming was. Iedereen liep rond met geslagen honden gezichten. Ik zette het portretje neer in een vertrek met groen-gebloemd behang, waar lekker de zon op scheen, op een stoel en liet de deur naar de hal open, zodat iedereen die er langs kwam het moest zien. Mevrouw Repelaer van Driel kwam geagiteerd binnen met het bericht, dat de Kon. het nu absoluut niet wilde zien. Generaal Schaper en Van Lynden dropen af voor de bui zou los barsten. Ik stond achter de deur, Mevr. R. v. D. probeerde het me uit te leggen. De deur van de kamer van de Koningin ging open, en ik hoorde haar zeggen: “Ik denk er niet over, ik doe het niet”. Een stilte, blijkbaar zag ze toen, door de open deur, het portretje staan en ineens was ze binnen en liep er verrukt op af. “Wat mooi, wat schattig”, de stemming sloeg ineens helemaal om. “Wat hebt U dat prachtig gedaan”. Iedereen straalde plotseling. Het was helemaal gewonnen. Gearmd met Mevr. R.v.Driel en lachend gingen ze weg, wéér de woestijn in, 3 uur in een auto, weer lunchen, weer recepties, het is ook een hondebaan. Nu ik het van dichtbij meemaak, moet ik zeggen, dat ik zulke buien van een zo gekooid mens wel begrijpen kan, hoe kinderachtig het ook lijkt. Het is net een gevangene, die het ineens niet meer kan houden en aan de tralies rukt. Enfin, ik weer terug naar het hotel.
De hele ochtend getelefoneerd, een telegram aan jou en aan Pathma verzonden, ticket gehaald voor de bus (morgen 7 uur door de woestijn!) en afspraak gemaakt voor fotograaf van Philips-concern, om het te fotograferen. Volgens Schreuder van de Ambassade was het absoluut vertrouwd. Schreuder kwam zelf met zijn vrouw en twee reuze louche Perzen, die stonken en me bezwoeren, dat ze me Zondagmiddag de foto’s en negatieven zouden brengen, ook enkele colourslides en dat ze niemand iets zouden laten zien! Maar dat is nu per slot de verantwoording van de Nederlandse Ambassade.
Even gezwommen en toen kwamen de mensen thuis, die met de Prins gejaagd hadden op mouflons en paarden in het gebergte (arme Frédéric, wat zou hij hiervan genoten hebben, hij noemde zich immers altijd een mouflon of een yak). Het waren Geertsema, Bisschoff en Gilles. Ze wilden direct het portret zien en waren diep onder de indruk.
Ze hebben allemaal diarree. Met Bisschoff een whisky gedronken, hij thee met droog geroosterd brood!, en alles afgesproken. Ik kan niet meer naar Persepolis, er gaat maar één vliegtuig per dag en dat betekent dat ik Persepolis in 5 uur “doen” moet. Dat vind ik zonde van die dure reis en dan doe je het alleen om het gezien te hebben, wat eigenlijk snob is. Liever blijf ik dan in Isfahan en bekijk dat echt heel goed.
Oh ja, de mademoiselle van het Prinsje belde op, net toen mijn kamer vol mensen was (2 fotografen en Hr. en Mevr. Schreuder). De vrouwelijke dokter van de Prins, die ik daar op het paleis ontmoet had, liet vragen of ik haar wilde schilderen! Beleefd geweigerd, maar ik zou dus wel aan een boterham kunnen komen.
Nu ga ik pakken. Het zal wel nachtwerk worden. Moet ook nog een brief schrijven om voor die zilveren sigarettendoos te bedanken.
Zondagavond wordt het portret aangeboden en of ik erbij zal zijn, weet ik niet, dat hoor ik Zondag. Maandag vertrek ik over Istanboel, waar we een nacht blijven. Hoop de Aja Sofia te zien. Dit is waarschijnlijk de laatste brief, het lijkt me steeds of ik maanden weg ben. Liefs voor jou en allemaal...

Verder naar brief 7